Hoofdstuk 54

==

De volgende ochtend was hij natuurlijk weg, Lou had niet anders verwacht. De afdruk van zijn lichaam was nog zichtbaar, maar het laken was koud. De afgelopen nacht was een prachtige vlucht uit de werkelijkheid geweest, maar daarmee waren de kapotgeslagen dromen en lelijke waarheden die haar in het daglicht wachtten niet weggenomen. En ze had er nu nog een probleem bij: hoe moest ze haar waardevolle vriendschap met Tom zien te redden? Hij geneerde zich ongetwijfeld zo diep dat hij haar niet eens onder ogen wilde komen.

Ze ging met opgetrokken benen op haar zij liggen en deed haar ogen dicht om kracht te verzamelen voor hun eerste ontmoeting na de nacht, waar ze enorm tegen opzag. Wat moest hij wel niet van haar denken? Ze had met een andere man geslapen terwijl ze nog maar net weg was bij haar echtgenoot! Ze hadden een grens overschreden die nooit overschreden had mogen worden. Was het mogelijk om terug te gaan naar de oude situatie? Hoe maakte je een verliefdheid ongedaan?

Op dat moment hoorde ze de deur van het café op de begane grond open- en weer dichtgaan. Er klonken snelle voetstappen op de trap, de deur ging open en Tom kwam binnen met twee papieren zakjes in zijn hand.

‘O, ben jij het.’ Lou ging zitten en trok het laken op tot aan haar kin. Haar aanvankelijke blijdschap om hem te zien smolt als sneeuw voor de zon toen ze zag hoe moeilijk hij het vond om oogcontact met haar te maken.

‘Ik heb een broodje met bacon voor je meegenomen, maar het is nu waarschijnlijk een beetje koud doordat ik zo’n eind moest rijden om een broodjeszaak te vinden. Ik dacht dat je misschien een eh... kater had.’

‘Ik was niet dronken,’ zei ze een beetje verontwaardigd.

‘Ik bedoelde eigenlijk dat je er misschien spijt van hebt dat je wakker bent geworden naast een vreemde man,’ zei Tom gekscherend, terwijl hij zijn eigen broodje uit het zakje haalde.

‘Hoezo?’ vroeg Lou voorzichtig. ‘Heb jij dan spijt?’

‘Ik vroeg het eerder.’

Ze moesten allebei lachen.

‘Oké, ik geef wel als eerste antwoord. Nee, ik heb er geen spijt van,’ zei Tom. ‘Helemaal niet. En je bent geen vreemde, je bent een schat.’ Hij legde zijn hand tegen de zijkant van haar hoofd en streelde met zijn duim haar wang, waar ze zichtbaar van genoot. Toen hij besefte dat ze niet ging zeggen dat zij er spijt van had, vond hij dat hij zo vrij mocht zijn om haar zacht op haar mond te kussen en te zeggen: ‘Goeiemorgen.’

‘Goeiemorgen,’ antwoordde ze. Ze probeerde het broodje uit het zakje te halen terwijl ze tegelijkertijd het laken vasthield. Ze had geen trek, maar dat wilde ze niet tegen hem zeggen na alle moeite die hij had gedaan.

‘Het is een beetje laat voor kuisheid,’ zei Tom. ‘Ik heb je van top tot teen gezien en je overal eh... aangeraakt.’

Uit pure verlegenheid blies ze haar wangen bol, en hij lachte schaterend. Ze voelde overal zo zacht, als fluweel. Vrouwen beseften niet wat hun zachte huid met een man deed.

‘Ik was vanochtend al een tijdje wakker,’ zei hij. ‘En toen heb ik naar je liggen kijken.’

Lou was ontzet. ‘Snurkte ik? Of erger nog, kwijlde ik?

‘Doe niet zo mal,’ riep Tom. ‘Maar je droomde wel. Het leek wel of er vlinders onder je oogleden zaten.’

‘Ik heb veel aan mijn hoofd,’ zei Lou met een lachje.

‘Ik heb nagedacht,’ begon Tom. ‘Word alsjeblieft niet boos op me, maar uit wat je hebt verteld over je vader... en je moeder...’

‘Ga verder,’ zei Lou. Ze had het gevoel dat ze droomde, een droom waarin zij naakt was en alle anderen aangekleed waren, en grappig genoeg was dat ook echt zo.

‘Al bij voorbaat excuses. Zal ik het maar gewoon zeggen?’

‘Ja, zeg het maar gewoon.’

‘Je moeder... Zou het kunnen dat ze iets heeft gezegd wat niet waar is?’

‘Waarom zou ze dat doen?’ wilde Lou weten.

‘Nou, misschien is ze bang dat je een verkeerde beslissing neemt.’

‘Ja, daar ís ze bang voor.’

Tom schudde zijn hoofd. ‘Sorry. Ik zou me er niet mee moeten bemoeien. Vergeet maar wat ik heb gezegd. Ik ken je moeder niet en je vader ook niet.’

Maar Lou kende haar ouders allebei, en het zaadje van Toms gedachte schoot wortel in haar onderbewustzijn.

‘Ik zou wel weer bij je in bed willen kruipen, maar...’ hakkelde Tom.

‘Het lijkt je beter van niet?’ opperde ze.

‘Inderdaad.’ Tom zuchtte. ‘Ik ben bang dat je me een hufter zult vinden.’

‘Ik begrijp het,’ zei Lou, terwijl kleine soldaatjes zich opstelden rond haar hart.

Hij pakte haar handen beet. ‘Je begrijpt er niks van, hè? Lou, het was een fantastische nacht. Prachtig. En ik had er al sinds de eerste keer dat ik je zag van gedroomd.’

‘Onzin! Echt waar?’ zei ze stomverbaasd.

‘Oké, noem me een seksist, maar ik dacht: deze vrouw gooit zelf al het afval in de containers, dus dan heeft ze kennelijk geen man. En toen zag ik dat je geen trouwring droeg. Op een dag scheelde het zoveel...’ Hij hield zijn duim en wijsvinger een millimeter van elkaar. ‘... of ik had je mee uit eten gevraagd, maar toen vertelde je opeens dat je man allergisch voor huisdieren is. Nou, dat was het dan, dacht ik bij mezelf. Ze is getrouwd. Einde verhaal.’

Lou staarde hem aan zoals een baby-uil die voor het eerst een volle maan zag.

Tom glimlachte vertederd naar haar. ‘Wat ik probeer te zeggen, op een ontzettend onhandige manier, is dat ik graag verkering met je wil, Lou. Ik wil tegen elkaar aan op de bank liggen en een film kijken, en ik wil door het park wandelen en samen naar de bioscoop gaan en dan voor de deur afscheid van je nemen en dan naar huis gaan en de minuten tellen totdat ik je weer kan zien.’

Lou keek naar zijn glinsterende grijze ogen. Het kon een versiertruc zijn. Phil was er altijd erg goed in geweest om haar aan te kijken en intussen te liegen. Hij had haar de eerste keer in bed gekregen met de riedel dat hij haar ‘respecteerde’ en dus niet ‘meteen de eerste avond’ seks met haar wilde hebben, maar ze had niet het gevoel dat Tom zo was. Daar was hij te aardig voor. En bovendien was het precies wat ze wilde horen, want ze had ruimte nodig voor alle taken die haar te wachten stonden. En ze was nog steeds getrouwd, in elk geval voor de wet.

‘Dank je,’ zei ze. ‘Ik waardeer het.’

Hij slaakte een diepe zucht van verlichting. Ze had het als een versiertruc kunnen opvatten dat hij tegen haar zei dat hij haar ruimte wilde geven, vooral na de afgelopen nacht. Hij wist niet of ze zou geloven dat zijn bedoelingen belangeloos waren. Als ze eens wist hoeveel moeite het hem kostte om niet nu meteen weer bij haar in bed te duiken en het allemaal nog eens over te doen.

‘Tom?’

‘Ja, liefje?’

‘Je hebt mijn broodje geplet.’

Hij keek omlaag. Hij had het geplet doordat hij Lous handen zo stevig beet had gehouden. Zij vond het niet erg, want het gaf haar een excuus om het niet op te eten zonder zijn gevoelens te kwetsen.

Tom lachte en gaf haar een kus, zowel om sorry te zeggen als om afscheid te nemen. Hij vroeg of hij iets voor haar kon doen. Of ze wilde dat hij ergens mee naartoe zou gaan. Of ze zich wel zou redden. Lou verzekerde hem glimlachend dat hij haar met een gerust hart alleen kon laten. Nadat hij weg was, bleef zijn bezorgdheid bij haar, als een heerlijk warme jas die ze de hele dag zou blijven dragen. Hoewel het zaadje dat hij had geplant met zijn opmerking over haar ouders tot een bonenstaak was uitgegroeid tegen de tijd dat ze bij haar moeders huis was.

==

Lou klopte niet. Ze marcheerde naar binnen en zag dat haar moeder op het punt stond om weg te gaan.

‘Hallo, schat,’ begroette Renee haar bedeesd. ‘Voel je je vandaag weer een beetje beter?’ Ze frunnikte aan het bandje van haar horloge, zodat ze een excuus had om Lou niet aan te kijken.

Lou had besloten om voor de rechtstreekse aanval te kiezen. Bij Victorianna had het gewerkt, dus er was geen reden om te denken dat het bij haar moeder niet net zo effectief zou zijn; die was immers uit hetzelfde hout gesneden.

‘Het was een leugen, hè? Over papa,’ blufte ze.

Zelfs Lou had niet verwacht dat haar moeder zich zo snel gewonnen zou geven. Renee zakte met een plof neer op de bank, alsof iemand haar ruggengraat had weggehaald. Ze begroef haar gezicht in haar handen.

‘Elouise, het spijt me. Ik weet niet wat me bezielde.’

Wat betekende dat?

‘Mama?’

‘Je weet niet wat je weggooit.’

‘Wat probeer je te zeggen, mam?’

Renee pakte Lous handen beet. ‘Ik dacht dat je misschien niet bij hem weg zou gaan als ik het zei. Het komt heus wel weer goed, geloof me. Wees niet zo dom om zomaar in een opwelling alles wat je hebt opgebouwd weg te gooien. Je hebt het zo goed voor elkaar met Phil.’

Lou probeerde te verwerken wat haar moeder zei. Ze kon toch niet zo vals zijn dat ze zo’n leugen vertelde en de herinnering aan haar vader door het slijk haalde? Opeens twijfelde ze. Maar diep vanbinnen kende Lou haar vader.

‘Hij heeft het niet gedaan, hè? Papa ging niet vreemd. Je zei het alleen omdat je hoopte dat ik Phils gedrag dan door de vingers zou zien. Heb ik gelijk?’

‘Elouise, het spijt me. Ik wist dat je vader het niet erg zou vinden als ik het zei, want ik probeerde je alleen maar te beschermen.’

Er kwam een vreselijke gedachte bij Lou op. ‘Je was niet van plan het me te vertellen, hè? Als ik niet naar je toe was gekomen, zou je mij hebben laten denken dat papa net zo’n klootzak was als Phil.’

‘Ik wilde het je vertellen, echt waar. Ik wilde je bellen als ik terug was van de kapper.’

‘De kapper!’ barstte Lou woedend uit. Ze trok haar handen los en schoof haar vingers diep in haar rode haar. ‘Ik had mezelf gisteren wel te pletter kunnen rijden toen ik bij jou vandaan kwam! Ik was radeloos, ik heb me gek gehuild, en jij was van plan om het me te vertellen als je terug was van de kápper!’ Hete tranen van woede liepen over haar wangen en Lou veegde ze driftig weg. ‘Hoe kón je, mam? Hoe heb je papa’s naam zwart kunnen maken?’

‘Je begrijpt het niet!’

‘Nee, ik begrijp er geen barst van.’

‘Ik bedoelde het goed.’

Lou lachte schamper. ‘Je bedoelde het goed,’ hoonde ze. ‘Je gaat me toch niet vertellen dat je het voor mijn bestwil deed.’

‘Ja, ik heb het om jouw bestwil gedaan!’ riep Renee. ‘Ik wil niet dat je alleen en arm bent. Ik wil dat je mooie spullen hebt en dat je op vakantie kunt naar het buitenland en dat je iets van je leven maakt.’

‘Je hebt nooit van papa gehouden, hè? Dat kan gewoon niet als je dit soort leugens over hem vertelt.’

‘Natuurlijk hield ik van hem!’ Renee was inmiddels in tranen, maar Lou zag het niet als tranen van spijt; ze huilde omdat ze op een leugen was betrapt.

Opeens was het haar glashelder, hoezeer het patroon van het huwelijk van haar ouders zich had herhaald in het hare. Had ze dat patroon gekopieerd, domweg omdat ze dacht dat het zo hoorde? Eén partner die alles nam wat de ander te geven had. Eén partner die door brandende hoepels sprong om de ander gelukkig te maken. Eén partner die altijd aan het kortste eind trok.

‘Papa had alles voor je over, mam. Hij hield zielsveel van ons, hij onderhield ons, hij is zelfs akkoord gegaan met de achterlijke namen die jij ons per se wilde geven. Hij deed álles voor je. Hij heeft alleen geen groot, deftig huis voor je gekocht waarmee je kon pronken tegenover je vrienden. Ja, dán zou je wel van hem hebben gehouden, als hij zich dag en nacht uit de naad had gewerkt om jou een villa met zeven slaapkamers en een biljartkamer te geven. Heb ik gelijk?’

‘Nee, dat is niet waar,’ zei Renee, maar haar protest klonk zo zwak dat Lou wist dat ze gelijk had. Elke onthulling bracht een volgende mee, als tissues uit een doos.

‘En ik leek sprekend op hem. Wat een teleurstelling voor jou dat ik in de eerste plaats gelukkig wilde zijn, in plaats van andere mensen de ogen uit te steken. Ik kon het in jouw ogen nooit goed doen, hoe ik mijn best ook deed. Jij noemde de kookcursus waar ik zo van genoot “tijdverspilling”. Maar mijn keurige baantje bij de boekhouding, ja, dát kon jouw goedkeuring wegdragen, terwijl ik het daar vreselijk vond.’

‘Een carrière als boekhoudster was veel beter voor je, dat zie je zelf toch ook wel in,’ protesteerde Renee. ‘In de horeca is geen droog brood te verdienen.’

‘Geld, geld, geld!’ gromde Lou, haar handen tot vuisten gebald. ‘Weet je, ik vraag me af of je zo graag wilde dat ik bij Phil zou blijven omdat jíj hem goedkeurde. Eindelijk kon je trots op me zijn! En dat was nooit eerder gebeurd, want ik was te klein, mijn haar had niet de juiste kleur, ik had de verkeerde hobby’s... Maar toen leerde ik een man kennen met een eigen zaak, een man die me alle mooie spullen kon geven die jij niet van papa had gehad. En voor jou is dat het enige wat telt.’

‘Phil is geen slecht mens,’ snoof Renee. ‘Aan elk verhaal zitten altijd twee kanten.’

‘Je mag van geluk spreken dat jij geen man hebt gehad die jou zo slecht behandelde, mam,’ zei Lou. ‘Je hebt geen idee hoe zelden ik de afgelopen drie jaar heb geglimlacht. Papa droeg je op handen, en volgens mij heb je dat nooit gewaardeerd, daar ben je te oppervlakkig voor. Zijn liefde was niet aan jou besteed, doodzonde.’

‘Ik hield wel van hem,’ protesteerde Renee. ‘Op mijn eigen manier hield ik heel veel van hem.’

Lou keerde haar van afschuw de rug toe. ‘Je weet niet eens wat liefde is!’ riep ze uit. ‘Liefde is geen dubbele garage en elk jaar drie vakanties in het buitenland. Geen wonder dat je Victorianna verkiest boven mij, met haar grote huis en haar rijke saaie partner en haar vakanties naar Cape Cod.’

‘Ik heb altijd evenveel van jullie gehouden,’ snikte Renee.

Lou draaide zich weer om. Haar moeder zag er klein en zielig uit, snotterend in haar kanten zakdoekje, maar Lou wist dat ze alleen om zichzelf huilde. Lou was uitgeput. Ze wilde niet meer huilen. Er was iets verschoven in haar hart, alsof een steen die er jarenlang tegenaan had gedrukt nu opeens was verplaatst, zodat een lang vergeten kamer weer open kon gaan. Haar moeders goedkeuring zou ze nooit krijgen, maar die had ze niet nodig. Ze was nu een grote meid – Shaun Casserly’s grote meid. En een aardig, fatsoenlijk mens.

Renee droogde haar ogen en probeerde zich als een verongelijkt kind te verdedigen. ‘Wanneer heb jij ooit de moeite genomen om mij te laten zien dat je van me houdt?’ zei ze op beschuldigende toon. ‘Wanneer ben jij ooit met me gaan winkelen? Heb jij ooit mijn nagels gedaan, of zoiets, zoals Victorianna? Je zegt dat jíj je onbemind voelt – en ík dan? Je hebt nooit zoveel van mij gehouden als van je vader.’

Lou deed haar mond open. Ze zou haar moeder graag van die ene speciale manicure willen vertellen – die keer dat haar ringen zoek waren geraakt. Maar hoe verleidelijk het ook was, dan deed zij wat haar moeder haar had geprobeerd aan te doen – ze zou haar verleden afpakken, ze zou het glanzende beeld van haar lieveling bezoedelen, en ondanks alles wilde Lou haar niet op die manier pijn doen.

‘O, maar ik hou wel van je, mam. Je weet niet half hoeveel,’ zei Lou, en ze liet haar moeder alleen met haar zelfmedelijden. Misschien wilde de kapper wel met haar meeleven.

Lentekriebels
978 90 499 5217 4.xhtml
978 90 499 5217 4-1.xhtml
978 90 499 5217 4-2.xhtml
978 90 499 5217 4-3.xhtml
978 90 499 5217 4-4.xhtml
978 90 499 5217 4-5.xhtml
978 90 499 5217 4-6.xhtml
978 90 499 5217 4-7.xhtml
978 90 499 5217 4-8.xhtml
978 90 499 5217 4-9.xhtml
978 90 499 5217 4-10.xhtml
978 90 499 5217 4-11.xhtml
978 90 499 5217 4-12.xhtml
978 90 499 5217 4-13.xhtml
978 90 499 5217 4-14.xhtml
978 90 499 5217 4-15.xhtml
978 90 499 5217 4-16.xhtml
978 90 499 5217 4-17.xhtml
978 90 499 5217 4-18.xhtml
978 90 499 5217 4-19.xhtml
978 90 499 5217 4-20.xhtml
978 90 499 5217 4-21.xhtml
978 90 499 5217 4-22.xhtml
978 90 499 5217 4-23.xhtml
978 90 499 5217 4-24.xhtml
978 90 499 5217 4-25.xhtml
978 90 499 5217 4-26.xhtml
978 90 499 5217 4-27.xhtml
978 90 499 5217 4-28.xhtml
978 90 499 5217 4-29.xhtml
978 90 499 5217 4-30.xhtml
978 90 499 5217 4-31.xhtml
978 90 499 5217 4-32.xhtml
978 90 499 5217 4-33.xhtml
978 90 499 5217 4-34.xhtml
978 90 499 5217 4-35.xhtml
978 90 499 5217 4-36.xhtml
978 90 499 5217 4-37.xhtml
978 90 499 5217 4-38.xhtml
978 90 499 5217 4-39.xhtml
978 90 499 5217 4-40.xhtml
978 90 499 5217 4-41.xhtml
978 90 499 5217 4-42.xhtml
978 90 499 5217 4-43.xhtml
978 90 499 5217 4-44.xhtml
978 90 499 5217 4-45.xhtml
978 90 499 5217 4-46.xhtml
978 90 499 5217 4-47.xhtml
978 90 499 5217 4-48.xhtml
978 90 499 5217 4-49.xhtml
978 90 499 5217 4-50.xhtml
978 90 499 5217 4-51.xhtml
978 90 499 5217 4-52.xhtml
978 90 499 5217 4-53.xhtml
978 90 499 5217 4-54.xhtml
978 90 499 5217 4-55.xhtml
978 90 499 5217 4-56.xhtml
978 90 499 5217 4-57.xhtml
978 90 499 5217 4-58.xhtml
978 90 499 5217 4-59.xhtml
978 90 499 5217 4-60.xhtml
978 90 499 5217 4-61.xhtml
978 90 499 5217 4-62.xhtml
978 90 499 5217 4-63.xhtml
978 90 499 5217 4-64.xhtml